Kraamkwaaltjes
Je zwangerschap is voorbij, de bevalling heb je doorstaan, nu kan het grote genieten beginnen! Of...dan zijn er nog de kraamkwaaltjes.
Tepelkloven: leg je baby goed aan je tepel. Laat je baby niet spelen met je tepel. Als je toch kloven hebt, laat dan wat moedermelk op de tepel drogen. Verder helpt het om je tepels in de lucht te laten drogen of tepelhoedjes te gebruiken tijdens het voeden.
Stuwing: Extra klierweefsel als voorbereiding op het voeden van de baby kan bij de derde of vierde dag van je kraambed stuwing veroorzaken. Je borsten zijn opgezet, zwaar en gevoelig. Je kunt ter verlichting zelf onder de does je borsten wat leger maken, door met je vlakke hand de gehele borst in de richting van de tepel te masseren. Draag daarna een strakke bh of borstverband. Stimuleer je borsten zo min mogelijk: dus niet teveel aanraken en niet te lang de warme douche erop.
Pijnlijke hechtingen: Na een knip of scheur heb je een aantal hechtingen, die vaak wat trekken of jeuken na een paar dagen. Het verwijderen van de hechtingen kan pas vanaf de zesde dag. Probeer ze goed schoon te houden en laat ze drogen: dus met blote billen in bed!
Aambeien: Het gewicht van de zwangere baarmoeder, hormonale veranderingen en obstipatie kunnen aambeien veroorzaken tijdens de zwangerschap. Als het kind tijdens de bevalling naar buiten wordt geperst, geeft dat grote druk op de anus en het laatste stukje van de darm, het rectum. Ze verdwijnen vanzelf. Probeer niet te persen op de wc en eet vezelrijk voedsel en drink veel om de ontlasting zacht te houden.
Urineverlies: Je bekkenbodemspieren zijn wat slapper dan voorheen en je controle over die spieren is wat minder.
Bloedverlies: Waar de moederkoek in je baarmoeder heeft vastgezeten, heb je na de bevalling een wond waar nog een aantal weken bloedverlies uit kan komen. Het is helderrood bloed met stolsels, soms zo groot als een golfbal. Na zes tot acht weken stopt dit meestal.
Stemmingswisselingen 'Baby-blues': Vroeger was je misschien een koele kikker, nu lijkt het opeens alsof je overal wel om kan huilen. Dat gaat weer over. Als je met angsten of depressieve gevoelens blijft zitten, zoek dan hulp bij je huisarts of verloskundige.
Bekkenpijn: Tijdens de zwangerschap verweekt je bekken, Het is daarom verstandig je lichaam niet te zwaar te belasten, zoals traplopen. Doe dit maar een of twee keer per dag.
Zweten: aan het eind van je zwangerschap houd je vaak extra vocht vast. Na de bevalling krijg je zweetaanvallen, vooral 's nachts. Je moet ook vaker plassen. Drink daarom wel voldoende om de vochtbalans in je lichaam te herstellen.